Mijn ervaring met de R 18

"Ik heb de 10.000e km aangetikt"

Een ideale reisgenoot en indrukwekkende verschijning

Maak tijd voor Frank zijn verhaal

“Kun je met zo’n zware en lage BMW R18 Classic de bochtige, modderige wegen in de heuvels rond Valencia wel in? Dat zal wel hard werken worden voor jou.” De opmerkingen van mijn reisgenoten op hun GS-en tijdens de Mofra voorjaarsrit en hun blikken vol ongeloof maakten het meteen duidelijk: De R18 is niet bepaald BMW’s laagdrempelig instapmodel voor de gemiddelde motorrijder. Maar voor zo’n beest van een machine met de grootste boxer motor in de wereld, 91 PK en 365 kg gewicht is het een opmerkelijk goed hanteerbare, soepele toermachine die perfect stuurt. Ook in heuvels en bergen. Besneeuwd, nat of droog, asfalt of gravel road. Het acceleratievermogen is fenomenaal en de zithouding perfect. 800 km op een dag in het zadel is geen enkel probleem voor rug of zitvlak. Je zit niet ‘op’ maar echt ‘in’ deze machine met zijn vette vintage look.  Inmiddels 10.000 km internationaal  rijplezier - sinds ik de machine op 1 oktober 2021 bij Mofra mocht ophalen – wijst uit dat de R18 Classic een prima keuze als reismotor is. Ook voor deze motorrijder die al sinds 1994 zware Harley’s rijdt op reizen door heel Europa. Rijden op een R18  is alsof je op een Harley rijdt met de power en pit van een GS1250. Een weekend uittesten van een demo-model R18 vorige zomer was voor mij een ware openbaring. En met iets van vlinders in de buik.

Na de nogal verregende maar prachtige maiden trip (2000 km) in maart met Mofra rond Valencia en het zuiden van Catalonië, volgden in mei een tocht naar de kalkrotsen van Normandië en in juni een reis naar Noorwegen, Zweden en Denemarken van 4300 km. Overweldigend natuurschoon zoals verwacht. De standaard Michelin achterband heb ik bij 10.000 km vervangen door een band van een ander merk. Met opmerkelijk weinig profiel op het loopvlak in het midden van de band, wilde het achterwiel nog weleens wegschuiven op natte wegen. De RAIN mode kun je in het geval van fikse regen dan ook maar beter gebruiken, zo heb ik geleerd. Er zit zoveel vermogen ‘onderin’, die moet je soms even ‘knijpen’. Verder ben ik blij dat ik voetsteunen heb laten monteren i.p.v treeplanken. Dat voorkomt in de bochten schrikreacties en vonkenregens. De R18 is nu eenmaal een echte ‘low rider’. Soms maak ik me wat zorgen om de laag geplaatste oliekoeler bij het nemen van verkeersdrempels, trottoirbanden en andere obstakels of steenslag, maar tot nu toe is het nog geen probleem. De tankinhoud met 16 liter is voor zo’n reismotor net iets te klein, dat is jammer. Daar had vier liter bij gekund. De achteruit versnelling mis ik niet, eigen kracht en motorschoenen met profiel volstaan. De claxon is vervangen door een luide compressorclaxon. De tassen en het bagagerek zijn weliswaar iets kleiner dan bij een Harley Road King maar voldoen, ook bij een reis van meerdere weken met veel bagage. In augustus staat er nog een tocht naar het Como-meer en de Stelviopas met zijn 48 haarspeldbochten op het programma en in september een lang weekend met motorvrienden langs de Moezel. Ik kijk ernaar uit, de R18 Classic is een ware ‘fun bike’ om Europa mee te ontdekken. Test het zelf eens uit met een demo model!

 

Met de R18 op de Stelvio en San Bernardino ging ook prima. Nu in Beierse Alpen. Topmachine die onderweg veel bekijks krijgt, veel geinteresseerde praatjes oplevert en regelmatig gefotografeerd is. Maar in de zeven landen waar ik afgelopen twee weken gereden heb toch maar een andere R18 gezien.